Bulgarije
2 april wilden we Turkije verlaten en Bulgarije binnen gaan.
Het is Mories weer niet gelukt.
Al binnen een minuut had hij de vrouw, die bij de bagagescan werkt, tegen zich in het harnas gewerkt.
Wij moesten van haar onze hele camper leeghalen, ALLES.
'Nee... dat doe ik niet!' zei Mories en hij ging met zijn armen over elkaar voor haar staan en strekte zijn rug nog eens extra.
'Ik doe het niet'. Zei hij.
' it takes one whole day to take everything out! And one whole day to put everything back in!'
' oke!' zei de vrouw. 'It is not my job'.
' No! What is your job?' you work here! Just go in and look for yourself! What are you looking for! Get your dogs! Let them in! But I will not take everything out! This is my house!' begon Mories langzaam een beetje te schreeuwen.
De vrouw kreeg rode wangen van ergernis, haalde haar schouder op en liep weg.
'It is not my job' zei ze nog eens tegen zichzelf.
' Dan wil ik terug naar Turkije'. Riep Mories haar na.
' Dat kan niet, dan moet je ook alles uit uw auto halen want we moeten het checken'. Zei ze terug toen ze zich omdraaide.
Mories liep stampvoetend om de auto heen. 'alles eruit halen, dat kan toch niet!'
en hij keek boos naar mij.
'maar Mories,' zei ik 'ze laat ons hier gerust een week staan hoor, dat maakt haar niks uit.'
Dus stonden wij daar als het ware gevangen tussen twee landen we konden er niet terug in en ook niet uit.
Dit was haar macht, ze kon ons er gerust een week laten staan.
'doe jij het dan maar' zei Mories.
'doe jij het woord maar, met zo'n domme trut kan ik niet praten, waar gaat het over!'
Oke!... Ik haalde diep adem en ging bedenken hoe we hier zo gemakkelijk mogelijk weg konden komen.
Ik haalde alleen de zichtbare spullen uit de auto en de zilveren kist.
De kist op het dak moest er ook af van de mevrouw, die ik zo vriendelijk als ik nog kon toe glimlachte.
En dat ik heus wel voelde dat het een lelijke glimlach was met geforceerde
trillende mondhoeken en dat mijn ogen haar iets heel anders toewensten.
'Je doet het alleen om ons te pesten hè,' zei ik vriendelijk tegen haar in het Nederlands.
We hadden Turkije namelijk al twee keer verlaten. Één keer naar Georgië en één keer naar Irak, dus we wisten wel hoe het anders kon.
En de grens over naar Irak moesten we met de auto door de scan, alles erin erop en erbij.
Samen met Goya en Miró sleepten we de grote blauwe kisten die we vonden en waar al onze spullen inzaten en de zilveren kist bij de vrouw naar binnen om ze op de lopende band van het scanapparaat te zetten.
'No, no. ' zei ze . 'we don't want to scan your luggage'.
Ik keek haar zo verbaasd aan en zocht naar woorden die ik niet kon vinden.
Wat wil ze dan? Vroeg ik mezelf, waarom moest alles dan uit de auto? Ze wil toch weten wat we mee smokkelen?
Ik begreep er werkelijk niks van en heel langzaam voelde ik het driftige gevoel dat bij Mories al meteen opkomt bij het zien van zo'n tronie, opkomen.
Ik voelde ook al dat het bloed naar mijn hooft steeg en dat ik binnen korte tijd woorden zou vinden die alle onverstandige woorden van Mories in zo'n situatie zouden overtreffen.
In de verte zag ik Mories met zijn handen in zijn zakken slenteren met af en toe zwaaiende benen.
De jongens keken mij verbaasd en verward aan. Wat moeten we nu doen mama? Zag ik in hun ogen.
' Maar.... wat wilt u dan dat we doen?' vroeg ik met overslaande stem omdat ik mijn woede probeerde te onderdrukken.
Ze knikte met haar hooft in de richting van de autoscan.
'Daarin?, onze lege auto?' vroeg ik haar.
Ze knikte en zei verder niks.
' Een lege auto...?'vroeg ik haar nog eens.
'Yes, that is our system' zei ze.
' Ooh no, it is not' zei ik en ik vertelde haar dat we al eens door een autoscan waren geweest aan de grens met Irak en dat alles in de auto MOEST blijven.
Tijdens dat ik dat vertelde dacht ik, 'doe dat nou niet! Alles is toch al uit de auto, doe nou maar wat ze wil dan zijn we hier zo weg, hou nou je mond.... IES!'
De vrouw liep weer weg en zei met haar achterhoofd 'doe maar wat je wil'.
Dus wij met onze lege auto door de scan, niks te zien want er zat nog maar weinig in.
Niks gevonden dus, want alles wat we niet mee mochten nemen zat in onze bagage die bij de vrouw op de stoep stond.
Tenminste, dat is onze tip voor als je zou willen smokkelen van Turkije naar Bulgarije.
Het duurde nog ruim een half uur voordat we alles weer een beetje netjes de auto in hadden.
Maar onze paspoorten hadden we niet terug.
Sterker nog, we wisten niet eens wie ze had.
Dus Mories weer naar onze vriendin van bij de douane en vroeg waar onze paspoorten waren.
Maar onze vriendin was nergens meer te vinden.
Er zat een andere vrouw.
Ze zwabberde met haar hand in de richting van een leeg kantoorgebouw.
Mories keek naar het donkere kantoor.
' Maar daar zit helemaal niemand' .
' Ooh,.. ooh' stamelde deze nieuwe vrouw.
En ze liep haar eigen kantoor binnen en begon op de knoppen van haar computer te drukken.
Maar het ding reageerde niet.
' Euh... I don't know I am sorry, and computer no work' zei ze.
' Sorry, maar jullie organisatie hier rammelt een beetje. Jullie weten wel heel veel NIET'. Zei Mories en liep nog steeds zonder paspoorten haar kantoortje uit.
We vonden onze paspoorten ergens bij andere interessant kijkende mannen en konden onze reis voort zetten richting een nieuw land.
Bulgarije.
Deze overgang heeft tot nu toe het langst geduurd van allemaal, en we zijn deze reis al heel veel grenzen over gegaan.
Turkije uit en Bulgarije bijna in, we reden over een kleine tuinsproei- installatie waarvoor we later drie euro moesten betalen. Enkele druppeltjes chloorwater, voor het ontsmetten van de auto. (?)
In Uzunköprü hebben we geslapen.
Het land van de ooienvaars zegt Miró hij zag er nu alleen al vier. Twee in hun nest en twee in het veld.
Hier in Bulgarije zijn we steeds in de natuur gaan staan, wat heerlijk is.
De bomen staan in bloei, lieve kleine witte of roze bloesempjes en fris groene nieuwe blaadjes.
Het ruikt hier lekker, een zoete geur van honing.
Op 4 april stonden we op een prachtige plek aan de rand van een rivier met een nieuwe onaffe brug en een oude gammele brug.
's morgens tijdens school kregen we bezoek van een oud wandelend mannetje met een stok, een hoedje op, een wollen groene broek met een touw als riem, zwarte plastic schoenen met een gespje en vel gekleurde wollen sokken (roze, geel, oranje) erin.
Hij had een heel vriendelijk gezicht met een rustige uitdrukking, hij wees in de verte naar een zwarte auto bij de rivier.
Hij bewoog heel langzaam en het leek of ik kon voorspellen wat zijn volgende beweging zou zijn terwijl ik naar hem keek.
Hij praatte aan een stuk door. En gek genoeg, net als de man in de rolstoel in Bandar-e-Lenghe, Iran, kon ik hem verstaan.
Hij vroeg of we in Iran waren geweest en in Irak. Hij vond het leuk wat we aan het doen zijn en bleef maar woorden uitspraken, Bulgaarse woorden.
En pas later toen de man plotseling besloot weer door te lopen, over de oude gammele brug dacht ik, 'ook grappig dat hij vraagt of we in Iran en Irak zijn geweest'.
Bulgarije is ook een verrassing.
De steden liggen als eilandjes in de natuur. En hier kan je nog echt lekker boef zijn.
We hebben ook hier weer vast gezeten op een hele mooie plek in de bergen. Deze keer gelukkig geen regen die het onmogelijk maakte om uit de blubber te komen dus na een hele tijd kwamen we er uit. Fietsen eraf en het meeste gewicht de auto uit. 4X4 misschien iets voor ons?
We zijn nog op waanzinnige plekken geweest, langs woeste rivieren gekampeerd en op prachtige groene heuvels naast grazende koeien.
We zijn nog door een winterwonderijke sneeuwpas gereden waar het leek of de dennenbomen met poedersuiker waren bestrooid.
Een week geleden nog zaten we in Kas, Turkije, in de zomer en nu rijden we weer door kerstmis, met kerstbomen van wel twintig meter hoog! Het sneeuwde sneeuwde! De weg was af en toe een ijsbaan. En we hadden geluk, zeiden ze later, dat de pas open was.
Oooh ja en Pasen in Bulgarije, op een veld bij een rivier hier. Pasen met onze Gelukspaashaas. Dat was natuurlijk een heel groot feest.
We waren het niet van plan maar we bleven drie dagen in Plovdiv, een stad die net zo leuk is als zijn naam.
Op 12 april zijn we naar Servië gereden.
Voor we Bulgarije verlieten heeft Miró al ons Bulgaarse losgeld overal neer gelegd, voor wie het vindt.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}