hazenpad.reismee.nl

In vliegende galop door het cederbos van Azrou.

1 mei Romaria in Aguadulce, Andalusië was ons weer in de schoot geworpen.

Groot feest op het platteland.

De dag voor het feest hadden we ge-sms't met Carmen en Bas of ze heel misschien in Spanje waren omdat het mei vakantie is in Nederland.

Zij waren er jammer genoeg niet, maar de hele familie Martin- Sanchez in Aguadulce, broers en zussen van Carmen, verwachten ons al en hebben ons weer als vorsten ontvangen.

En wat een geweldig feest, het heilige relikwie uit de kerk werd met een koets en twee paarden meegenomen naar de Romaria waar er een feest losbarstte van jewelste.

Wij allemaal achter de koets aan naar het platteland met veel paarden en veel mooie jurken.

Die paarden zijn geweldig.

Prachtig gepoetst en gekamd, mooie zadels en alles erop en eraan.

Daar gaat het hoefsmeden's bloed weer sneller van stromen.

En ik opscheppen, ' ooh ja ik spring zo op een paard, dan ren ik er een stukje naast en als een jonge hinde spring ik erop en rij ik er zo mee weg'.

' doe dan' zei Mories.

' Nu? ' riep in uit.

' Nee nu niet we hebben nu net de longdrinks op en euh het is ook wel warm en nou ja ik denk dat ik nu net ….. ja hoor daar zal je Antonio hebben met een nieuw glas voor mij met een van zijn favoriete mixen, als ik nou nog niks had gedronken ja!!! dan zou ik het zo doen maar nu? Dat zou niet verstandig zijn' en blablabla.

Maar Mories handelde snel tijdens mijn 101 smoezen om niet te hoeven opstijgen. En daar stond een prachtig paard voor me klaar met de rij-instructeur in het zadel.

Kom maar gebaarde de man en wees naar het kussentje achter zijn zadel, zeg maar het achteropje.

Mijn hoofd tolde een beetje van de drank en de zon, maar ik kom nu niet meer terug.

Dus met mijn voor mijn leeftijd nog best wel soepel lichaam kwam ik niet op het paard.

Eli, Carmens zus, probeerde mijn been nog van richting te veranderen maar die had een eigen wil. Dat was niet de wil om met een soepele zwaai over de paardenrug te zwieren maar eerder precies de andere kant op en belandde bijna in de nek van de rij-instructeur.

Ik hing zo halverwege, ongeveer op het midden van het paard zijn buik, aan het zadel die langzaam mijn kant op begon te glijden. Ik zag nog door alle waas heen dat de rij-instructeur met zijn hele gewicht de andere kant op hing, om het rollen van het zadel te voorkomen.

Ik voelde mij enorme lomp daar zo hangen, maar dankzij Eli die de spieren in mijn lies iets heeft opgerekt en mijn been toch over de rug van het paard heeft weten op te sturen zat ik plotseling op het achteropje van het paard. Daar gingen we, ik hobbelde er bijna achter af met mijn duizelige hoofd.

Van dit korte ritje herinner ik mijn eigenlijk alleen nog de spierpijn de volgende morgen.

Maar wat een feest ! Wat een heerlijk feest daar in Aguadulce! Haas 53 is voor hen.


De volgende dag hebben we weer afscheid genomen van de familie in Aguadulce waar het heerlijk naar de zoete geur van sinaasappelbloesem ruikt. Daar loop je met je neus in de lucht de geur op te snuiven om het nooit meer te vergeten.

We zijn doorgereden tot net na Ronda, waar we een plekje vonden in de Spaanse natuur.

3 mei zaten we op de boot naar Marokko, Tanger, Le Rif.

In de lounge kwam er een meneer uit Jordanië bij ons aan het tafeltje zitten.

Een hele keurige en vriendelijke man die ons vroeg of we Frans of Engels met hem wilden praten.

Wij vertelden over onze reis en dat we ook bijna in Jordanië zijn geweest maar dat Syrië in de weg zat.

En eindelijk begrijpen we waarom de Irakisch en Iranisch geen geld van ons wilde aannemen.

Het zit namelijk zo, vertelde de man. In Jordanië accepteer je hun vriendschap niet als je wilt betalen voor wat deze of gene voor je heeft gedaan.

Beledigend dus.

De Jordaan vertelde ook een verhaal over de Koning van Jordanië die het leuk vond om elke avond een tour te maken door zijn stad.

Op een avond zag hij dat er twee agenten buitenlanders onbeleefd behandelden en op de bon wilden slingeren. Dit omdat ze bij een rotonde het stopbord genegeerd hadden.

De Koning liep naar de agenten toe en zei: ' wat doen jullie nou!? Deze mensen zijn bezoekers. Het zijn onze gasten. Ze komen hier om ons land te bekijken en brengen geld.

Wees gastvrij! en behandel in de toekomst onze gasten met respect.'

De koning liep op de toeristen af en bood zijn excuses aan en heetten hen welkom in zijn land.

' It realy happened' zei de Jordaan.

' ohh zei Mories op zo'n voorkeursbehandeling kunnen de toeristen in Nederland niet rekenen.

Een buitenlands kenteken wordt vaak goed bekeken door parkeerbeheer. Een wielklem is zo gezet, of ze slepen gewoon de hele wagen weg. De kosten zijn niet mis.

Als je in Amsterdam zo slaapt zoals wij doen, gewoon in de auto krijg je zonder meer een boete van 100 euro per persoon.

Dat is duurder dan de meeste hotelkamers.'

De Jordaan wilde het niet geloven.

' Ja-ha het is echt zo.

Wij hebben al in geen 8 maanden meer een bekeuring gekregen voor wat dan ook, en we gedragen ons echt niet beter dan in ons eigen land.

Echt waar! Back home, ten tijde van de bonnenquota, minstens één bon in de maand '.

ha ha de Jordaan moest vreselijk lachen om Mories over onze ergernis nr. 1 in Nederland.

' now I understand you departure for such a long time'. Antwoordde onze Jordaan.

Ondertussen was ik zeeziek geworden en snel liet ik de mannen even alleen om op het dek uit te waaien.

Geef mijn maar 't vaste land .

Die zee dat is toch niks voor mij dat geschommel en gedreun.

Ik was net op tijd, Miró die achter mij aangekomen was zag nog net hoe ik …... nou ja ik zal het jullie besparen.

In Tanger probeerden wij een nieuwe strategie om te handelen bij de douane.

Van af het begin zou ik de hele papierwinkel afhandelen.

We werden apart gezet en moesten blijven wachten.

' Eens even kijken' dacht ik.

' Er lopen hier een heleboel petten. Er lopen hier belangrijke petten, er loopt er één met een belangrijke pet èn een stempel. Die moet ik hebben.'

Met de paspoorten en de autopapieren in mijn hand liep ik op de belangrijke pet mèt de stempel af en vroeg hem naar de weg.

Want ze laten je gewoon zwemmen.

Niemand weet precies waar je heen moet, wat je moet hebben om er een stempel op te laten zetten en hoe je daaraan moet komen.

( later in Azrou kwamen we Wilma en Hubert – die vanuit Gambia via Senegal en Mauritanië in Marokko waren- tegen. Die vroegen ons bij hoeveel loketten wij zijn geweest aan de grens.)

Gelukkig leek deze belangrijke pet met stempel op neef Luka , zoals ik mij kan voorstellen dat hij er later uit gaat zien. Daardoor voelde ik mij als 'tante' helemaal op mijn gemak bij 'Luka'.

Nou twee loketten want ik had beet, 'Luka' ontfermde zich over mij en tijdens het stempelen wees hij mijn uitstekend de weg.

Hij wees de iets minder belangrijke petten er steeds op dat ze mij moesten helpen als ik verveeld tegen onze auto aan leunde.

Binnen de kortste tijd hadden wij al onze papieren in orde en vlak voor ik de auto in stapte kwam 'Luka' naar mij toe gesneld om nog eens persoonlijk uit te leggen dat ik het gele papiertje heel goed moet bewaren. Dat het een heel belangrijk papiertje is voor het uitgaan van zijn land.

De minder belangrijke pet kreeg van hem nog een snauw toen hij ons nog wilde tegenhouden voor … ik weet niet wat.

Zo! tevreden met mezelf en het resultaat zat ik in de bijrijdersstoel naar Marokko te kijken en kon een glimlach niet onderdrukken, voelde de verbaasde maar toch ook bewonderende blik van Mories die naast mij zat te sturen.


De eerste nacht brachten we in hetzelfde stadje door waar we twee jaar geleden tijdens onze generale repetitie ook onze eerste nacht hebben doorgebracht. Tamuda Bay.

We zijn nog naar het bizarre hotelletje gegaan waar we toen tijdens onze kennismaking met dit land hebben geslapen.

We willen alle steden en toeristische plekken omzeilen en besloten om het witte weggetje door het Rif te nemen.

Gewaarschuwd door de Lonley Planet voor opdringerig kief, wiet, chocolat en caramel verkoop ( het zal wel mee vallen) reden we met ons blije autootje door het Rifgebergte.

Le Rif, een groot blok hasj.

Stoppen en foto maken zat er niet in, merkte ik toen ik het prachtige klaprozenveld wilde fotograferen en er meteen zomaar uit de grond een mannetje voor mij stond.

Of kwam hij uit de lucht?

Ik heb het niet gezien want ik zat met mijn oog in de zoeker van mijn camera naar de prachtige rode bloemetjes te kijken en daar stond het mannetje vlak voor me.

' Ola! ' Dacht ik. ' Hij staat wel heel dichtbij en ik ben wel net iets te ver van de auto voor als de man me gaat ontvoeren' .

Want de blik in zijn ogen verraadde zijn toestand.

Die van knetterstoned.

Of ik de bloemen mooi vind en of ik kief wil kopen.

Ik rook dat spul niet en wil het ook niet hebben, probeerde ik met handen en voeten duidelijk te maken.

Tijdens dat ik gebarentaal aan het uitvogelen was liep ik achteruit richting de auto en moest nog een gevaarlijk heuveltje af en prikte de distels in mijn voeten en lukte het me om via het witte weggetje de auto in te springen terwijl de man bleef aandringen om dan chocolat te kopen, of caramel.

' rij maar ' zei ik tegen Mories.

Ik hoef geen foto meer.

Dit was nog maar het begin.

Bij elke boom werd ons de kief aangeboden, sprongen ze bijna wanhopig voor de auto om spul te verkopen en keken ze ons met donkere holle ogen na.

Wat een merkwaardige kabouters komen er hier uit het bos.

Er zijn er met puntmutsen zonder baard.

Ook met een puntmuts en een baard.

Goya en Mories spelen dat ze beroemd zijn omdat iedereen naar ze zwaait en met de lampen seint.

Totdat de dollemans rit begon.

In een stadje werden we klem gereden.

Mories wist handig om de auto heen te sturen, begon tegen de man te schreeuwen dat hij normaal moest doen en hij wees naar zijn voorhoofd .

Nu was de achtervolging begonnen.

Twee auto's reden als gekken achter ons aan.

Een witte Mercedes 240 D en een blauwe VW Golf .

Midden op de pas stopten de wagens dwars over de weg zodat we er niet door konden, dachten ze.

Eén van hen stapte uit en wierp zich voor de auto.

Maar dan Mories achter het stuur, reed gewoon door, vlak voor de tenen van deze jongeman.

Snel stapte hij weer in en ze begonnen ons weer te achtervolgen.

Ze er nu niet meer langs laten want dan zetten ze ons weer klem.

Hoe ze het ook probeerden ze kwamen er niet voorbij.

Net Starsky en Hutchky.

Deze jongens waren heel vasthoudend en volgden ons nog heel veel kilometers door Le Rif tot vlak voor een politiecontrolepunt.

' C 'est dur hein! Conduire dans Le Rif ' klaagde Mories bij de agent.

' Oui oui' zei hij. ' Apres Taonate c 'est fini.'

Wij raden niemand aan deze pas door Le Rif te nemen.

Het loont de moeite om de grote rode weg richting het zuiden te nemen.

Maar eerlijk, als ze ons hadden weten te stoppen hadden we zeker wat bij ze gekocht. Toch?


In Taonate hebben we geslapen op een parkeer terrein van de plaatselijke buslijndienst.

Ik moest even mee met de directeur van het plaatsje om een formulier in te vullen en 30 dirham te betalen.

Heel officieel allemaal het gekrabbel van de man op een A-4 tje.

Hanenpoten omdat hij ons schrift niet gewend is en waarvan hij half de betekenis niet begreep, voila, een handtekening van madame Lammerts van Bueren ' C 'est vous?'

' Oui c'est moi' zei ik en keek de kamer rond of er misschien nog een madame aanwezig was.

' natuurlijk ben ik dat ' dacht ik bij mezelf. 'wie anders'.

Heerlijk geslapen.

Maar de volgende ochtend vroeg wakker gemaakt door de buschauffeurs die uit allemacht hun bestemming riepen om passagiers te lokken.

Mensen liepen af en aan om onze camper heen, kwamen uit de bus van een andere bestemming of stapte er juist in op weg naar een nieuwe.

Een drukte van belang we stonden op het busstation van Taonate en niemand vond dat gek.

Dat vind ik nou zo heerlijk van landen als deze.

Niemand maakt het wat uit wat je doet. Lekker laten leven, of je nou op de stoep ligt te slapen of tussen de bushaltes.

Goya en Miró zijn op het station nog naar school gegaan en daarna zijn we vertrokken naar de Midden Atlas.

We reden over weer een prachtig wit weggetje (op onze kaart de kleinste wegen, daarna komen de 'mule-tracks' paadjes) en ergens tussen Tissa en Thalala vonden we een hele mooie plek met een nog mooier uitzicht over een prachtig groen dal waar de plaatselijke boeren hun gewassen op verbouwen. Tussen de paadjes door lopen vrouwen en mannen met volgepakte ezels of oogsten het gewas.

Een oude man met een baard die zijn land aan het ploegen is met een ezel en een paard.

Naast het zijn land zitten zijn vrouw en kleindochter in het gras naar hem te kijken.

Van alle kanten hoor je hier geluiden, hele fijne rustige geluiden.

Van een haan daar links omhoog en een ezel die staat te balken beneden op het veld.

Af en toe begint de minaret zijn gebed en roepen de herders erdoorheen.

Vogels die tsjilpen, moeders die hun kinderen roepen.

Kinderen die lachen, insecten en koeien met bellen.

Na het ploegen zie ik het kleine meisje op het paard als Pippi Langkous voorbij rijden op weg naar huis. De oude man zit op de ezel en zijn vrouw loopt ernaast.

Of we mee willen komen naar zijn huis, eten en slapen.

' nee dank, we blijven vannacht hier staan. Genieten van het uitzicht'. Zei ik gewoon in het Nederlands want als ze je niet verstaan maakt het niet uit in welke taal ze je niet verstaan.

De vrouw drong aan en bleef maar vragen.

' no' zei ik nog eens ' dank je'.

Nog een keer vroeg de vrouw en nog een keer zei ik 'no thank you' misschien dat ze het dan wel begrijpt.

De oude man trok zijn schouders op gaf zijn ezel de sporen en zei tegen zijn vrouw ' …..no.........is no.........no' en zwaaide zijn armen een voor een een klein stukje in de lucht.

Ik denk dat hij zei ' als ze nee zegt betekent dat nee, nee is nee'. Of zoiets.

Toen ik in gedachte verzonken tijdens het thee zetten naar onze nieuwe tuin aan het staren was kwam er ineens een meisje met een kan karnemelk op mij af lopen.

' bonjour' zei ze. ' ca va bien ?'

' ah bonjour' zei ik 'oui ca va, merci'.

Fatima Sahra heet ze een pittige Marokkaans en ze gaf mij de karnemelk.

Het was heerlijk! Zo vers en zo puur hadden wij het nog niet gehad.

Tijdens het drinken keek Sahra, zoals ze zichzelf en haar familie haar noemt, maar later moesten we toch Fatima zeggen, hoe klungelig ik in haar ogen een potje thee aan het zetten was.

Ongeduldig duwde ze mij weg en wees op de suiker. Dat moet erin.

Ja weet ik wel maar wij willen geen suiker in de thee.

En de mint blaadjes moeten er nu nog niet in straks pas, lacht ze me nou uit?

Ze pakte een kopje van tafel en begon er water in te schenken uit onze water voorraad.

Water om ons mee te wassen niet om te drinken.

Ik pakte het kopje weer af en schonk er drinkwater in.

Met een handige zwier wierp ze het water weer uit het kopje en schonk de thee, die nog helemaal niet klaar was want wij hangen het theezakje er pas later in, in het kopje en proefde de thee.

Ze keek mij ongelovig aan en schudde zachtjes haar hoofd.

En zonder iets te zeggen liep ze weer weg.

' Ou est que t' habite? ' vroeg ik .' T' habite la bas?' en ik wees de heuvel achter ons huisje aan.

Ze knikte en liep daar over een ezelspaadje de heuvel op met de lege karnemelk kan.

We dronken de thee en die was best lekker.

Ineens stond ze daar weer maar nu met een dienblad met thee, olijven, brood, een geklutst ei en zelf gemaakte boter.

' Ooh kijk nou' riep ik uit ' wat lief!'

En we begonnen allemaal te lachen, de thee was mierzoet maar Sahra was zo trots op haar thee dat we het met veel smaak hebben opgedronken.

En heerlijk hebben gegeten van alle dingen die ze had meegebracht.

Alles zelf gemaakt! Niks uit een potje, maar van het land of uit de koe.

We waren allemaal heel vrolijk en we bleven maar grapjes maken en lachen.

In het begin dat van ' bonjour, ca va bien? ' dacht ik dat ze aardig Frans sprak maar eigenlijk bleef haar Franse woordenschat daar hangen.

Ze zei steeds ' …...................maison?........................................................oui?.... d'accord?

Dan gebaarde ik dat ik het niet precies begreep en begon ze weer opnieuw.

….......................oui? …......................................................................d'accord?

En dan moesten we er weer hard om lachen.

Na het eten wilde Sahra weglopen en ze nam afscheid van ons.

' Zal ik even mee lopen? ' vroeg ik.

Om te helpen tillen.

Miró en Goya liepen mee, Mories bleef thuis.

Onderweg de heuvel op kwamen we haar moeder tegen die voorover gebukt in het land stond.

Blij kwam ze op ons af lopen en kuste haar hand nadat ze die mij even had gegeven.

Haar kleine broertje kwam er ook aangerend en kuste mij en de jongens. Ze had nog een broertje en een zus.

Miró, Goya en de twee broertjes speelden Marokkaantje op het platteland.

Ze probeerden kuikentjes te vangen of kalkoenen.

Hondje pesten, ezeltje rijden de heuvel af rennen en weer op, tikkertje.

Wat een geweldig huis hebben ze daar.

Muren van stro en modder, een binnenplaats waar Shakira, de melkkoe, en nog twee koeien stonden.

De schapen hadden hun eigen binnenplaats er liepen kippen, kuikens en kalkoenen ze hadden een ezel en een paard.

Buiten de muren van het huis stond een broodoven en een waterput.

Beneden in het dal hebben ze graan en bonen staan en hoog gras voor de dieren.

Wat een rijkdom.

Haas no 54 heb ik aan Sahra gegeven en ze staat bij hen in de keuken op de kast.

We molken Shakira, ja ik en de jongens en na het zeefje dronken we de vette heerlijke verse melk die nog warm was op.

Toen we weer naar huis gingen zei ik ' merci ' Sahra zei ' beaucoup'.


We hebben die nacht niet op deze prachtige plek geslapen, we hadden Boucha uit Aliane geboekt om bij te logeren.

Dat is ons spel.

Elke keer komen mensen ons halen op de plekken waar wij neerstrijken en dan spelen wij dat we dat al lang van te voren hebben besproken.

Boucha nam ons mee naar zijn huis een paar kilometer terug richting Tissa.

Inmiddels was de nacht al gevallen en was het zo donker dat ik het te eng vond om naar boven naar de sterren te kijken.

Een omgekeerde hoogtevrees.

We sliepen in ons kleine huisje op wielen op het terrein van Boucha, tussen zijn graan op het veld.

De volgende morgen hoorde ik hem al vroeg in de weer op zijn boerderij, zag hem lopen naast zijn moeder die de kleinste met een doek op haar rug gebonden had.

Ze liepen samen naar de rand van het graanveld en bekeken het gewas Boucha wees naar links en zijn moeder wees daarna naar rechts.

Graaninspectie denk ik.

Toen wij, slaapkoppen, eindelijk wakker werden en gedesoriënteerd naast ons huisje stonden.

Want waar wonen we nu ook al weer!

Kwam Boucha ons halen voor het ontbijt.

Haas no 55 staan bij hem in de koele kamer op de service kast.

Na het ontbijt kregen we een rondleiding op zijn boerenbedrijf dat ons ook weer 500 jaar terug nam in de tijd.

Zijn twee oudste dochters stonden beneden bij de rivier de was te doen op een wasbord.

Naast de rivier hadden zij een waterput waar zijn dochters met drie handige halen de emmer met water naar boven trokken.

Moeder 'madam' liep aan de overkant met de kudde prachtige schapen en oma stond bij de broodoven vers brood te bakken met de baby op haar rug.

Het water haalden ze met een ezel naar boven om te drinken en te koken in grote plastic flessen.

Er waren nog twee dochters die bezig waren in de keuken en verzorgden de koe.

Boucha, madam, oma, vier dochters en een zoontje wonen daar op die prachtige boerderij.

Madam had schalen gemaakt van klei uit de rivier en lagen nu in de zon te drogen.

Er stonden olijvenbomen waar oma olie van maakt als de olijven rijp zijn.

De rest van de olijven verkoopt Boucha op de markt samen met zijn schapen.

Boucha vergiste zich steeds in het woord 'kinderen' en noemde ze 'ami'.

Dan wees hij op de babygeitjes die dronken bij hun moeder en zei hij, ' regarde les ami's bois chez mama' .

Of ' les ami's ont soif?' en bedoelde hij Miró en Goya.

Nadat we nog met Boucha boven op een berg met waanzinnig uitzicht een wandelingetje hebben gemaakt zijn we terug gereden naar onze oude plek om weer van het uitzicht te genieten.

Ik liep steentje vooruit schoppend heen en weer toen ik de moeder van de eerste boerderij in de verte in het dal op een ezel zag zitten.

Ze had gras geoogst voor haar schapen en was op weg naar huis.

Ze wenkte mij dat ik moest komen en op mijn slappe slippertjes probeerde ik zo goed als het ging de heuvel af te lopen naar moeder op de ezel.

Ze was erg blij mij weer te zien en begon me te zoenen ze lachte luid en begon een heel verhaal waarbij ze ook haar armen gebruikte in de hoop dat ik haar dan beter zou verstaan.

Ik verstond er natuurlijk gaan woord van maar begreep haar wel.

Ze had nog wat op te halen van het veld en of ik de ezel met gras naar huis wilde brengen.

En nu wel!! hop! Ik erop en alsof ik nooit anders had gedaan reed ik de ezel de heuvel op.

Kuiten in de flanken stokje in mijn hand, geen zadel geen hoofdstel want met behulp van het stokje wijs je de ezel de weg.

De vrouw moest nu nog harder lachen en ze riep mij vrolijk na, ' gül arre arre!' dan gaat hij harder lopen. ' gül schssssss' en dan stopt hij. Ha, gelukkig had ik in Iran geleerd dat gül, zeg betekent.

En ja hoor wat een perfect getrainde ezel was dit.

Omdat ik het zo leuk vond dat het werkt zei achter elkaar ' arre' de ezel begon te lopen.

' schsssss' de ezel stopte.

Wat was dat leuk en glimmend en giechelend van plezier kwam ik lopend stilstaand lopend stil staand dan een beetje harder lopend de heuvel op gelopen en langzaam doemde ons autootje achter de heuvel vandaan waar Mories, Miró en Goya zich al een tijdje afvroegen waar ik uithing.

' Mories!' riep ik blij toen ik op de ezel achter de heuvel tevoorschijn kwam.

Ik zag hoe Mories zocht waar mijn stem vandaan kwam en rond keek.

Eerst de vallei in en daarna mijn richting op.

Hij zwaaide naar mij en begon te lachen.

Toen Miró en Goya zagen dat ik zeer professioneel een ezel de volgende heuvel op stuurde renden ze naar mij toe en liepen mee naar het huis van onze eerste vrienden.

Toen ook de moeder haar twee dochters en haar twee zoontjes weer thuis kwamen gingen Goya en Miró op de ezel Mories halen voor de thee.

We hebben weer de heerlijke melk van Shakira gedronken. De jongens hebben weer Marokkaantje op het platteland gespeeld en wij kregen nog een heerlijke lunch.

Mind you! Schapentong met doperwtjes (vers geplukt, net van het land).


We zijn zo verder gereisd, we namen weer afscheid van heel veel mensen die wij op onze feest route tegenkwamen. We delen ons eten met landlopers en honden die ons een bezoekje brachten. Kleine witte weggetje genomen en geslapen in de wildernis.

En wat een wildernis! Een echte cowboyplek.

Naast een kreekje tussen de grote keien, een kampvuurtje, brood bakken op een stokje, aardappels poffen, wat een feest wat een feest!

De volgende morgen een bad in het riviertje.

Ook hier kwam er een lief landlopertje als een beestje naast ons huisje staan. Ze praten niet.

misschien hebben ze dat nooit geleerd.

Ze kijken alleen, zoals apen kijken. Niet dat ik vind dat een landloper een aapje is, maar de manier van kijken.

Ze staan dan ook midden in de deuropening naar binnen te kijken. De oogjes gaan van links naar rechts en scannen alles dan lachen ze vriendelijk en bekijken alles nog eens een keertje.

De meeste hebben ook bijna net zoveel kleren aan als een aapje.

Schoenen waar geen zool meer onder zit, en kleren met veel gaten en scheuren. Alles met een touwtje gerepareerd.

Op die momenten vind ik het jammer dat we vederlicht reizen en niks teveel mee hebben om ze bijvoorbeeld nieuwe schoenen of een hemd te geven.

Maar het eten delen we wel, en met lieve kleine hapjes eten ze hun kommetje – meestal- couscous langzaam leeg.

Eerst de worteltjes eruit dan de doperwtjes, kleine heuveltjes couscous en voor het laatst bewaren ze het vlees.

En dan, na het eten, verdwijnen ze net als een hond die je een bot heb toegeworpen.

Maar aan hun achterhoofd zie zie je de dankbaarheid.

Uiteindelijk bereikten wij Azrou.

Daar waren we twee jaar geleden ook geweest en Goya kocht er toen een met fossielen ingelegd zwaard van een man.

' leuk om weer naar dat winkeltje te gaan' vond Goya.

De winkel was er nog en ook de man. Hij was een heel stuk dunner dan de vorige keer.

Toen wij bij hem in de winkel stapten zei hij, ' ha ik ken jullie. Hij ' en hij wees naar Goya,' heeft hier twee jaar geleden een zwaard bij mij gekocht. Hier achter in het magazijn'

ha ha dat was grappig.

We wilden weer bij de sjeik slapen op zijn camping voor een douche en het zwembad, net als twee jaar geleden.

En ook de man van deze camping kon zich ons herinneren.

De boa-constrictor die toen heel klein was is nu een grote dikke slang.

Goya en Miró legden de slang om hun nek en de slang kronkelde over hun heen.

Dat was voor de weddenschap met Mories, hij had gezegd dat ze ieder 10 dirham kregen als ze de slang durfde op te pakken.

We bleven er drie nachten. Toen we na de tweede nacht weer verder wilden gaan, kwam er een Frans gezin de camping op rijden.

De kinderen begonnen meteen te spelen en ook wij, de ouders konden het goed met elkaar vinden.

Ze vroegen ons of we niet nog één nachtje wilde blijven zodat de kinderen konden spelen en wij ook.

We zijn naar het cederbos gegaan voor een picknick en om apen te kijken.

Wat een leuke dag!

We waren de kinderen al snel kwijt en in het bos was het een stuk koeler dan erbuiten.

Er stopte een man van de Marokkaanse tv. Hij was een filmpje aan het maken over Azrou en het cederbos.

Hij filmde de mannen op de prachtige paarden die in volle galop op zijn camera afstormden en vroeg of wij, als gasten uit een ander land, iets wilde vertellen over deze plek.

Reacties

Reacties

Chiem van Houweninge

Wat een fantastisch verhaal Ies!Bravo!Morgen 23-05 gaan wij weer naar huis en komen half jullie terug.
Dikke kussen voor jullie allemaal,
Chiem en Marina

anna

wat een mooie momenten en zeker als de jongens marokaantje spelen... er moet wel een goede geest mee reizen en jullie behoeden voor het een en het ander of misschien is het gewoon jullie goede uitsraling die zorgt dat je zo veel lieve mensen ontmoet een er voor open staat. het zijn slechts veronderstellingen maar die maken er wel een geweldige ervaring van voor eeuwig...liefs anna

Wivica

Haloooo! daar, in de woestijn! Keren jullie eens terug van al dat heerlijks? een langverwacht leuk verhaal, met spannende achtervolging, en al die liefde erbij. Zo kunnen wij hier in het te hete noorden wel weer met jullie meerijden. Kinderhand is gauw gevuld. XXXXX voor alle mensen en apen. Doe voorzichtig. Liefs, Wivica

Horas

Leuk leuk......boek schrijven .....kus van uit Marrakesch H&H

patruus!

Wanneer komt de film uit?
265 knotsgekke avonturen op het hazenpad...

X ciao liefs patrieske

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!